Tuinverhaal

Giddapahar is een kleine theetuin in familiebezit, gelegen op de steile hellingen van Darjeeling, een regio aan de voet van de Himalaya die lang synoniem staat voor thee van hoge kwaliteit.

De regio Darjeeling zelf strekt zich uit over verschillende steden (inclusief de gelijknamige stad) in een bergachtige hoek van Noordoost-India tussen Nepal en Bhutan, met Tibet in het noorden. Het is op dit unieke terrein, op een hoogte van meer dan 2000 meter boven de zeespiegel, dat enkele van de beste theesoorten ter wereld worden verbouwd.

De theeplant werd hier voor het eerst geïntroduceerd in de jaren 1840 door de Britten die destijds op zoek waren naar een alternatief voor China om thee te kopen. Ze begonnen met het smokkelen van levende theeplanten en zaden uit China en herplantden ze in Indiase bodem. Het kostte een aantal jaren van vallen en opstaan, maar door puur geluk bloeiden de planten op de koele, hoge hoogten van Darjeeling.

Tegenwoordig zijn er ongeveer 80 tuinen in het Darjeeling-district, goed voor een opbrengst van ongeveer 10 m2. kilogram per jaar. Het is geen geheim dat theetuinen de afgelopen jaren te kampen hebben gehad met hogere kosten, arbeidsproblemen en de gevolgen van klimaatverandering, waardoor we de Darjeeling-thee die we hebben nog meer waarderen, aangezien er werkelijk geen andere thee is die er helemaal op lijkt.

Maak kennis met de makers

De tuin van Giddapahar (wat Adelaarsheuvel betekent in het Nepalees) werd voor het eerst aangelegd in 1881 en is sindsdien in handen van de familie Shaw. Tegenwoordig wordt het beheerd door de vierde generatie Shumanshu Shaw en zijn broer.

De tuin beslaat een relatief klein oppervlak van ongeveer 200 hectare en ligt op een hoogte tussen x, vlakbij de stad Kurseong in het hart van het Darjeeling-district.

Giddapahar is een van de weinige overgebleven theetuinen in Darjeeling die nog steeds thee produceren van oudere aanplantingen van Chinese bush-theevariëteiten. We zijn van mening dat het blad van deze theestruiken body en rijkdom toevoegt aan het mondgevoel van een fijne Darjeeling, dus zoeken we altijd naar deze 'edelstenen' uit de weinige tuinen die nog steeds hun langlevende Chinese bush-voorraad behouden.